Kledingvoorschriften: wat mag wel en wat mag niet?
Het College voor de Rechten van de Mens (hierna: College) heeft geoordeeld dat het door een werkgever verplichten van het dragen van make-up onder werktijd discriminerend is voor de vrouwelijke werknemers.
In oordeel 2022-101 is een vrouwelijke werknemer in het gelijk gesteld. Ze heeft het College gevraagd om zich te buigen over de vraag of haar werkgever, Rituals, als eis mocht stellen dat werknemers tijdens werk verplicht make-up moesten dragen. In de praktijk werd alleen van de vrouwelijke werknemers geëist dat zij make-up van Rituals droegen. Als een vrouwelijke werknemer dit niet had, dan moest zij voor ze aan het werk ging nog steeds make-up op. Een mannelijke werknemer werd hier niet toe verplicht. Deze mocht er zelf voor kiezen of hij wel of geen make-up droeg.
Het College heeft geoordeeld dat er sprake was van verboden onderscheid. Hiertoe neemt het College ter overweging dat de make-up van Rituals maar een klein deel uitmaakt van assortiment. Wat het personeel verkoopt zijn dus overwegend andere producten. Het College vindt het in deze context niet gerechtvaardigd dat de vrouw zwaarder belast wordt dan de man.
Hoe zit het dan met kledingvoorschriften? Het stellen van kledingvoorschriften door een werkgever of een school is in principe toegestaan, mits er geen verboden onderscheid gemaakt wordt op grond van bijvoorbeeld geslacht. Of een ander persoonlijk kenmerk dat is opgenomen in de Algemene Wet Gelijke Behandeling.
In dit kader is de laatste jaren in de media te zien dat de crop top een terugkerend item is. Door scholen worden vaak kledingvoorschriften geëist waarbij een crop top vaak niet getolereerd wordt. Dit kan door de leerlingen ervaren worden als het maken van onderscheid tussen meisjes en jongens, want over het algemeen zullen meisjes vaker een crop top dragen. Of er sprake is van verboden onderscheid moet steeds per situatie beoordeeld worden.
In het geval dat een school kledingvoorschriften opstelt is het van belang dat deze duidelijke zijn en dat meerdere interpretaties niet mogelijk zijn. Daarnaast moeten de voorschriften ook consequent gehandhaafd worden en moet er ook aandacht zijn voor de boodschap die de leerlingen meekrijgen. Als school moet ervoor gewaakt worden dat met de invoering van de kledingvoorschriften niet een bepaalde boodschap over gebracht wordt met betrekking tot de kleding van meisjes. Er moet voorkomen worden dat hardnekkige ideeën en stereotypen worden versterkt of bekrachtigd door het in- of uitvoeren van kledingvoorschriften. Het zou juist (ook) een verantwoordelijkheid moeten zijn van de school om tegen deze overtuigen/stereotypen en vooroordelen te onderwijzen en leerlingen en studenten respect voor elkaars lichaam en grenzen mee te geven.
Mochten er in jouw school of bedrijf/organisatie kledingvoorschriften voorgeschreven worden waardoor jij je gediscrimineerd voelt op grond van bijvoorbeeld je geslacht of je godsdienst, neem dan contact op met ons voor advies via info@bureaugelijkebehandeling.nl of 0320-233327.