Magdalena – 21 maart, Internationale Dag tegen Racisme en Discriminatie

Op 21 maart is het de Internationale Dag tegen Racisme en Discriminatie. De Verenigde Naties riep de Internationale dag tegen Racisme en Discriminatie uit na het bloedbad in Sharpeville in Zuid-Afrika op 21 maart 1960, toen de politie het vuur opende op zwarte demonstranten.

Meer dan 20.000 inwoners demonstreerden tegen de pasjeswetten die hen belemmerden in hun bewegingsvrijheid en hen verplichtten om op vordering hun identiteitsbewijs te tonen.

Ook BGBF staat elk jaar stil bij deze belangrijke dag. Hiervoor hebben we Magdalena, vrijwilliger voor Bureau Gelijke behandeling, gevraagd voor het delen van haar persoonlijk verhaal. Wat betekent 21 maart voor haar? Lees hieronder het verhaal.

Mijn persoonlijk verhaal

Mijn naam is Magdalena Charlot, geboren en getogen in Amsterdam en nu 38 jaar inwoner van Lelystad. Ik deel hierbij mijn verhaal en zet mij hierbij in voor met volle deugd voor Bureau Gelijke Behandeling in de week tegen discriminatie.

Directe discriminatie
De directe discriminatie, waarbij iemand je bijvoorbeeld recht in je gezicht meedeelt dat je moet oprotten naar je eigen land. Als kind meer dan een halve eeuw geleden, zag je weinig mensen van kleur in de wijk, op school. Het was dan ook meer dan gebruikelijk dat witte kinderen direct discrimineerden. Denk hierbij dan aan fysiek pestgedrag, mishandeling, bejegening en simpelweg uitgescholden worden.

Mijn ervaring met directe discriminatie
Ik kan me nog goed herinneren dat ik op de leeftijd van rond 8 jaar samen met mijn broer naar school door een groep witte kinderen met tomaten ben bekogeld.

Het voelde raar en de agressie naar ons was ongewoon. Het is een extraverte vorm van discriminatie.

Mijn ervaring met indirecte discriminatie
De ander vorm is de indirecte discriminatie. Zo had ik een vriendinnetje op school waar ik goed mee kom opschieten. Ze was jarig en nodigde mij uit. Haar moeder keek met zichtbare afkeurende blikken naar mij. Later vertelde mij goede vriendin mij dat ik niet meer bij hen mocht thuiskomen. Op de vraag waarom, dat wist ze ook niet maar haar moeder had aangegeven, ‘dat’ meisje mag niet meer komen. Mijn vader van Surinaamse afkomst, voedde ons zeer streng op, wij waren de beleefdheid zelve. Je weet niet wat je fout hebt gedaan, maar je voelt wel als kind ‘iets aan mij is niet oké”

Deze vorm van discriminatie, het bijna onzichtbare maar wel (indirect) boodschap gevend afkeuring, of je duidelijk maken dat JIJ anders bent of dat JIJ er toch niet echt bij hoort, vind ik persoonlijk wel het meest schokkend. Ook omdat ik soms denk dat mensen het niet eens altijd zo bedoelen. Dit omdat er in Nederland niet of nauwelijks werd gesproken over vormen van discriminatie. Niet over de tijden in de koloniën en wat dit voor veel mensen heeft betekent. Mensen zijn zich niet altijd bewust van hun woorden. Zo stond ik een keer hartje winter bij de bus en gaf een mevrouw aan’ jee, wat is het koud’ Ik beaamde dit. De mevrouw ging verder met: ‘jij moet het wel erg koud hebben.’ Waarop ik antwoordde; ‘nu ik ben dik gekleed, dat valt wel mee’.

De mevrouw bleef mij overtuigen dat IK het wel koud moet hebben want…en dan komt het hokje plaatsen… jullie hebben het altijd koud. Of dat wij niet als individu geboren zijn en elk mens een andere ervaring heeft met de kou.

Ik ben geen ‘Allochtoon’?
Of mijn aardig Amsterdamse witte buurman, die altijd even wat groenten uit zijn volkstuin kwam brengen. Ik bracht weer wat appeltaart en we konden het goed met elkaar vinden. Op een dag gaf de buurman aan; “Binnenkort komen er nieuwe mensen naast ons wonen. Ik heb al het Antilliaanse gezin naast mij. Als ik tussen ‘ze’ kom te wonen dan ga ik verhuizen. Op de vraag ’wie zijn ze?’

De buurman gaf aan, je weet wel allochtonen. ‘Maar buurman’, gaf ik aan, de kinderen en ik zijn ook allochtoon. Nee, natuurlijk niet jullie zijn anders……

De buurman kent mij, wij gaan jaren goed met elkaar om, maar een onbekend mens van kleur… dat niet. De buurman is geen slecht mens, jarenlang attent en vriendelijk, toch zit er heel diep van binnen een gevoel wat hij mogelijk door socialisatie meeneemt in zijn gedachte.

Wij helpen u!
Discriminatie heb je dus in alle vormen. Soms heel duidelijk en soms niet altijd direct naar jou, maar naar een groep tot wie je zou moeten behoren. De enige manier om dit denken te veranderde is om met jongeren in gesprek te gaan Bureau gelijke behandeling doet hier goed werk en ik ben blij dat ik hierbij als vrijwilliger mag helpen. Het is essentieel dat wij met elkaar praten in gesprek gaan. Dan ervaren wij, jong en oud dat wij als Mensen meer ovenkomsten hebben dan dat wij verschillen!

Magdalena Charlot

Wat is jouw persoonlijk verhaal? Deel het op onze social media platform: Facebook, Twitter of Instagram.

#week tegen racisme en discriminatie #deel je persoonlijk verhaal

Asian Raisins